zondag 16 oktober 2011

Apen....

Ze zijn groot, heel sterk….ze hebben haar over gans het lichaam en zijn heel lenig….ze leven groep in het woud en hebben voor 97 % hetzelfde DNA patroon als de mens…..
Juist, de berggorilla’s……
Enige tijd geleden besloten we met enkele collega’s deze dieren te gaan opzoeken. Men rijdt echter niet zomaar lukraak naar de gorilla’s.  Het kost je een aardige duit,  200 tot 400 USD, afhankelijk van het seizoen. In Rwanda zelfs 500 USD.  Je moet reserveren want zoals overal in dit rebellengebied heb je een gewapend escorte nodig, zowel om er naartoe te rijden als om in het woud rond de lopen.  Zodoende staat er ons in Kibati een gewapende parkwachter op te wachten met motor. Dus tot Kibati mag je het alleen af…vanaf daar is het “bandit country”…
Vanuit Goma ligt het woud niet al te ver …een goeie 60 km…maar zoals gewoonlijk, in Congo heb je daar toch wel een drietal uur voor nodig.  De rit is andermaal een aanslag op de rug en ingewanden.  We vertrekken bij het ochtendgloren en je passeert langs authentieke dorpjes waar de kinderen je proberen je hand of je arm raken als je met open raam rijdt.  Sommigen houden ook hun hand open, ’t is duidelijk dat ze niet echt komen voor hun plezier, het mag wat opbrengen.
Onderweg komen we al grote apen tegen maar de naam van de soort ontgaat me, familie van de bavianen denk ik…
Goed dooreengeschud kom je uiteindelijk aan op een plateau waar je je auto kan achterlaten. Je zit dan al diep in het “Parc National de Virunga’. Het park meet 7.800 km2 en loopt in Oost-Congo langs de grenzen met Rwanda en Oeganda. Dus ongeveer ¼ van de oppervlakte van België. Trouwens, nogal wat Belgen zijn betrokken bij het beheer van het park. Eén van die huidige Belgen daar heeft trouwens ook blauw bloed door de aderen lopen, Emmanuel de Merode.
 Het was ooit het eerste nationale park in Afrika en werd in 1925 opgericht onder impuls van Albert I, destijds “koning der Belgen”.  Het kreeg toen de naam – hoe kan het ook anders –  Albert Park. In 1975 werd het door de UNESCO geklasseerd als werelderfgoed.
Het park wordt “draaiende” gehouden door, behalve de hoge inkomprijzen, met donaties en steun van ondermeer de Europese Unie, Unesco ea. Naar men zegt zouden er ook nog tal van andere wilde dieren rondlopen maar we krijgen er echter geen te zien. Daar het een rebellengebied betreft en in het verleden er ook al tal van vluchtingenkampen waren is het niet uitgesloten dat een groot deel van die fauna reeds als maaltijd werd opgediend. Ook werd het park destijds geteisterd door stropers waarbij ondermeer in 2007 nagenoeg een ganse gorillafamilie werd uitgemoord. De handen werden afgekapt en werden ondermeer bewerkt tot… “asbakken”…jawel….
Bij het basiskamp krijgen we een korte briefing. We mogen tijdens de tocht geen eten uit onze rugzak halen, moeten een afstand van 5 tot 7 meter met de dieren respecteren, we moeten de flitsfunctie van ons fototoestel uitschakelen edm…  
We leren er dat ‘s morgens vroeg “pisteurs” het woud ingaan om de verschillende families te localiseren.  Men vertelt ons dat er in dit specifiek gebied achttien families leven waarvan men er een vijftal dagelijks probeert op te volgen. We worden uiteindelijk verdeeld in kleine groepjes van vijf toeristen.
Na een korte tocht door enkele velden stappen we uiteindelijk het woud binnen. Een parkwachter  met een machete maakt handig de weg voor ons vrij. Het woud is heel dicht begroeid, vochtig en warm…na een goed uur stappen treffen we een familie aan bestaande uit een vijftiental dieren, groot, klein, heel klein zelfs…sommige liggen lui op de grond, anderen laveren van boom tot boom, af en toe horen we het gekende getokkel maar de zilverrug laat zich voorlopig niet zien.
Tijdens de briefing werd gezegd dat de veilige afstand tussen mens en dier minimum zeven meter moet zijn…in praktijk komt daar weinig van terecht.  Door de dichte begroeing van het woud moet je wel dichter kunnen komen anders zie je niets.  Het is een prachtig schouwspel.  Ze zijn heel rustig en duidelijk gewoon om mensen te zien. Af en toe wordt er eentje zenuwachtig en schudt wat takken op en neer maar de parkwachters produceren dan een soort grommend geluid en quasi onmiddellijk worden de dieren weer rustig… We hebben al ons mondmasker opgezet want dat is verplicht…het is niet om jou te beschermen tegen de dieren maar om de dieren te behoeden voor menselijke ziektes… 97% het zelfde DNA…weet je wel…
Plots bevind ik mij op een dikke twee meter afstand van een jong mannetje…eerst kijkt hij mij geïnteresseerd aan maar algauw gaat hij verder met zijn “vegetarische” maaltijd.  De parkwachter vraagt me neer te zitten en zo bevind ik mij op ongeveer twee tot drie meter oog in oog met dit dier….  Het is eigenlijk een uniek moment, heel aangrijpend.  Na enkele minuten houdt hij het voor bekeken en voor ik er erg in heb verdwijnt hij lenig tussen het bladerdak. Ook de zilverrug laat zich heel even zien, als t ware om te tonen dat hij daar de baas is.. Andere collega’s overkomen hetzelfde.  Vrouwtjes met baby’s, jonge mannetjes, de ganse familie komt af en toe tevoorschijn. Er wordt volop gefotografeerd.
De gorilla’s verplaatsen zich geregeld enkele tientallen meter.  Wij doen hetzelfde en zo gaat het een uur aan een stuk door.  Nadien laten we de dieren verder met rust en na een stevige wandeling  komen we aan in het basiskamp…we hebben ondertussen grote honger en dorst en die behoefte wordt natuurlijk meteen bevredigd.  We hebben het nog uitgebreid over onze ervaringen. Het was inderdaad meer dan de moeite waard…
Dan de weg terug naar Goma, goed dooreengeschud komen we na een drietal uur weer thuis.
Weer een unieke ervaring rijker….
Groeten,
Patjeincongo.blogspot.com