zaterdag 5 november 2011

ALLERLEI WEETJES

ALLERLEI WEETJES





Het dagelijkse leven in Congo…..

Mannen lopen hier heel vaak hand in hand door de straat…dat hoeft niets speciaals voor te stellen anders dan het feit dat het hele  goede vrienden zijn. Homoseksualiteit is hier taboe (en wordt hier zelfs door jongeren aanzien als een “ziekte”), dus ze gaan dat zeker niet op straat tentoon spreiden. Toch komt het na aldie maanden nog  steeds wat eigenaardig over als je een dergelijk tafereel ziet.

Gelezen in het intern reglement van hotel “Linda” in Goma” onder “punt 12” (vrije vertaling) : twee personen van hetzelfde geslacht mogen niet samen de kamer delen, behoudens toestemming van de manager”….

Naast een handdruk hebben de mannen hier nog een andere vorm om elkaar te groeten. Zoals wij een vrouw drie maal op de wang kussen, stoten zij elkaars hoofd links en rechts lichtjes tegen elkaar en eindigen met het contact tegen elkaars voorhoofd.

In Congo is de algemene aanspreektitel in de straat “papa” of  “mama”… in ’t begin kijk je daar wel wat  vreemd  van op als men je op die manier aanspreekt….

In buurland Rwanda is de eigen bevolking verplicht om de laatste zaterdag van de maand 1 à 2 uur gemeenschapsdienst te verrichten. Daartoe hebben ze een soort stempelkaart.  Het gaat ondermeer om het vegen van de straten, het onderhoud van de bermen en dergelijke meer. Naast het feit dat de meeste wegen in Rwanda van uitstekende kwaliteit zijn, is het er dan ook heel erg proper...

Zowel in Congo als in Rwanda heb je moto-taxi’s die je her en der vervoeren. In Goma rijden er honderden rond, er zijn twee verschillende federaties of bonden waarbij ze aangesloten zijn …één van die federaties is gelinkt aan de regeringspartij(en) de andere aan de oppositie…..benieuwd met de verkiezingen in aantocht….

In Goma rijden ze rond zonder helm, idem voor de passagiers, ze vervoeren soms twee passagiers en niet zelden en ook niet helemaal onterecht worden ze algemeen beschouwd als “voyous”.  Er zijn natuurlijk ook veel “zwartrijders” (sorry de woordspeling).  Het zijn ware zelfmoordpiloten die zich van geen enkel verkeersreglement iets aantrekken (dat bestaat wel degelijk in Congo maar weinigen zijn ervan op de hoogte is en dan nog… met alle gevolgen van dien…).  Je moet hier altijd anticiperen op eender welke verkeerssituatie

In Rwanda heb je hetzelfde, alleen, ze staan allemaal officieel geregistreerd, dragen een soort overgooier met hun registratienummer, zijn proper gekleed, dragen steeds een helm en vervoeren slechts 1 passagier (met helm verplicht), ze rijden eerder defensief.

IK ben reeds een paar keer in de Rwandese hoofdstad Kigali geweest.  Ik heb er op geen enkel moment een onveiligheidsgevoel, nergens trouwens in Rwanda. Je kan zelfs ’s nachts gerust door de straten van Kigali lopen.  Er is veel politietoezicht.  Criminelen worden in Rwanda trouwens hard aangepakt.. (men kan er in België alleen maar van dromen… )  In Congo worden ze ook hard aangepakt… eerst worden ze murw geklopt maar als je wat geld op tafel (of eronder) tovert, dan kan dat soms een hele nuttige inverstering zijn …

Corruptie ?… onlangs zag ik in Bukavu een majoor  zich bezig houden met verkeerscontroles…. collega’s van hem zeiden achteraf dat het een “interessant” kruispunt was waar veel “boetes” uitgedeeld worden…(een politieman verdient maandelijks 40 USD, een majoor 50USD, een kolonel 65 USD…), dus…..

In Congo mogen politiemensen en militairen niet deelnemen aan de verkiezingen, ze mogen dus niet gaan stemmen want ze worden geacht “neutraal” te zijn…

De meest gehoorde zinnen in Congo zijn : ”donne-moi….”, of ook nog : “mijn vader is overleden maar we hebben geen geld om hem te begraven….”, of : “ik geraak vanavond niet meer  thuis want ik heb geen geld om een moto-taxi te betalen”, ook : kan je mij helpen ? Ik heb autopech want ik heb te lang op reserve gereden en de motor is stilgevallen (meestal hebben ze echter niet eens een auto). Of ook nog : mijn belwaarde is net opgebruikt.  Of wat dacht je van deze : “ik heb gans de dag nog niets gegeten”….. (meestal ook  gevolgd door “donne-moi”)

Ieder serieus of minder serieus gesprek eindigt in Congo meestal met de opmerking : “on souffre ici” (wij lijden) of een variante daarop.  Is het nu een clochard of iemand in een kostuum, iedereen doceert je deze Congolese levenswijsheid. (voor mij is dat dan het moment om het af te bollen want de daarop volgende vraag is dan meestal. ..”donne moi”).

Of zoals aan de grens met Rwanda waar de Congolese grensbeambte tot mij zei :”je paspoort is eigenlijk niet helemaal in orde maar dat kunnen we samen oplossen…ja,  je ziet dat van hier….Ik heb toen een goed gesprek gehad met die man en toen hij doorhad dat ik eigenlijk met zijn voeten aan het spelen was kreeg ik tegen heug en meug toch die noodzakelijke stempel in mijn paspoort….sedertdien passeer ik ongestoord heen en weer die grenspost ….hij heeft het begrepen….maar niets heeft hem onlangs belet hetzelfde te proberen met drie - wel zeer naïeve jonge Amerikaanse dames - van één of ander NGO die voor de eerste keer het land binnenkwamen….Ik was daar toevallig op hetzelfde moment met een collega en we zijn toen eventjes  - heel subtiel – tussengekomen en het “probleem” was uiteindelijk in 5 minuten opgelost…. Ik krijg nog steeds zonder problemen mijn stempel...alleen, de man doet er nu iets langer over….(maar daar kan ik best mee leven)

Het verschil tussen de grenspost van Congo en die van Rwanda 50 meter verder :

Congo : klein kantoortje, beambten in een smoezelig uniform, meestal geen elektriciteit ’s avonds (werken dan met kaarslicht of een zaklamp), schrijven telkens alle gegevens van je paspoort over in een boek en talmen dan nog wat eer je een stempel krijgt.  Iedereen staat te drummen…

Rwanda: ruim kantoor, beambten gekleed in een mooi kostuum met hemd en das, geen gezever correcte benadering, hebben computers en apparatuur om je paspoort te scannen. Er is steeds elektriciteit in het kantoor en er wordt in rij aangeschoven…

Als je een Congolees een concrete vraag stelt waarop hij in feite enkel met ja of nee kan antwoorden (in onze vaktermen een gesloten vraag/antwoord) begint hij zijn antwoord steevast met de slagzin : c’est- à- dire… (’t is te zeggen), en dan volgt er een hele uitleg waar je soms echt hoofdpijn van krijgt….

Als je hier een praktische vraag stelt en het antwoord is eigenlijk negatief, gaan de Congolezen je dat nooit onmiddellijk duidelijk maken. Ze gaan eerder “rond de pot” draaien, zo ook tijdens volgend voorval :

In een hotel in het stadje Uvira (dicht bij de grens met Burundi en Bujumbura (de hoofdstad)) vroeg een collega tijdens het ontbijt aan de ober waarom er geen confituur voorhanden was. Antwoord van de ober : “momenteel is er geen meer maar men is naar de winkel”…volgende logische vraag van de collega : gaat het lang duren eer de confituur er is….? Antwoord : euh.. neenee…..Na een half uur vergeefs wachten vraagt de collega : waar gaan julllie die confituur eigenlijk gaan kopen? ”

 antwoord : “ euh…in Bujumbura….” En het bleek nog waar te zijn ook !!! Dus die ochtend geen confituur, de volgende ochtend wel maar dan was de kaas meer….Het hotelletje had een hoog “Fawly Towers” gehalte maar het was er anders best leuk.

Nog in Uvira, de – weinige – restaurantjes hebben ofwel geen menukaart of een menukaart zonder prijzen….Bij één was er een redelijk uitgebreide menukaart – wat ons eigenlijk al argwanend had moeten maken - want eens we gezeten waren bleek dat er uiteindelijk slechts geitevlees of vis te krijgen was en bier of water…..dus die avond hebben wij noodgedwongen vis gegeten en bier gedronken…

Wat geitevlees betreft, nog niet zo heel lang geleden werd de vrouwen in Rwanda afgeraden om geit te eten.  De mannen beweerden dat de vrouwen  anders het risico liepen om een sikje op hun kin te krijgen…in werkelijkheid vinden de Rwandese mannen  dat vlees zo lekker dat ze het eigenlijk niet wilden delen met hun vrouw !

Als je een Congolees beleefheidshalve vraagt hoe het met hem gaat antwoordt hij veelal : “ça va un peu.”

In Congo zijn er eind november presidents- en parlementsverkiezingen (dat is althans toch de bedoeling), plots wordt er overal met man en macht aan de wegen gewerkt (of wordt toch die indruk gewekt)  Tijdens mijn eerste vijf maanden hier werd er nauwelijks een steen verlegd, maar nu… 7 dagen op 7, onder leiding van de alomtegenwoordige Chinezen…. euh, maar zoiets kennen wij in België toch ook….als de verkiezingen in aantocht zijn?

In de provincie Noord – Kivu, waar Goma de hoofdstad van is, werken een paar duizend VN medewerkers, militairen  en Congolees personeel. Een paar weken geleden reed er door de straten van het centrum een wagen van de ruimdienst van de VN (ja,ja, ook daar moeten ze natuurlijk…euh) Enfin, kwam het nu door de slechte toestand van het wegdek of door slijtage aan de vrachtwagen, of door allebei, plots brak één van de kleppen af waardoor het “goedje” rijkelijk over de openbare weg stroomde…..daarop verzamelde zich op korte tijd een woedende menigte waardoor de chauffeur het raadzamer vond om te vluchten.  De vrachtwagen werd daarop – en duidelijk tot éénieders voldoening  -  in brand gestoken… Zo laat men hier zijn ongenoegen blijken…!

Wat dacht je hiervan : een politiebevelhebber wordt benoemd in een gebied zo groot als ongeveer half Vlaanderen….de bevolking van de hoofdstad in dit gebied is van een andere etnische origine (Hunde) dan de die nieuwe commandant ( Mayi-Mayi) en wil hem eigenlijk niet, ook omdat hij een kwalijke reputatie meedraagt… als de man met zijn gevolg de bewuste stad nadert  barricadeert een deel van de bevolking de toegang ...daarop ontruimt de politie  “gevat” de versperringen waarna zij hetzelfde doet, daarbij “tol” vragende aan ieder voertuig die de versperring wil passeren…situatie heeft weken geduurd, de voedselprijzen in die stad rezen de pan uit want er werd nauwelijks nog iets aangeleverd waarop rellen uitbraken. De bevelhebber kreeg uiteindelijk vanuit “Kinshasa”een benoeming in een andere streek maar weigerde aanvankelijk te vertrekken…dat heeft opnieuw weken geduurd maar uiteindelijk heeft hij zich nu – met zijn gevolg - in die andere stad gevestigd….

Leden van allerlei rebellenbewegingen hebben de afgelopen twee jaar kans gekregen om zich vrijwillig over te geven aan de Congolese autoriteiten. Ze kregen daarna de kans toe te treden tot het FARDC (Congolese leger) of de PNC (Police Nationale Congolaise).  Naar schatting een drieduizend tal rebellen hebben de afgelopen twee jaar die overstap gemaakt… Jammer genoeg kunnen ze in Congo nooit iets  organiseren dat van bij de aanvang goed draait…dus, de ex-rebellen krijgen nauwelijks soldij of krijgen alleen de laagste graden…De misnoegdheid is natuurlijk groot en heel wat zijn terug naar de rebellenbewegingen overgestapt of gewoon gedeserteerd.  Over aantallen wordt angstvallig gezwegen…eveneens over het aantal Kalashnikovs dat van kamp veranderd is...

Het uitbetalen van de soldij aan de militairen grijpt plaats onder leiding van de commandant van het kamp….ik kan het mij al voorstellen….5 dollar voor jou, 1 dollar voor mij, enzovoorts….Enige tijd geleden bleek zelfs dat ze in een kamp valse (Congolese) biljetten hadden uitbetaald…waarna de boze militairen met behulp van hun Kalashnikov de plaatselijke handelaars in het stadje  “overtuigden” om dat geld toch maar te aanvaarden… 

Ondans al die miserie blijven de Congolezen dansen, zingen,lachen en muziek maken (met decibels die de geluids normen in België hoog zouden overschrijven) ….dat verrast mij iedere keer weer.

De Belgen worden hier nog altijd graag gezien, de Congolezen zeggen dan we hun “ooms en tantes “ zijn…als ze zo’n opmerking maken…. dan wordt die veelal gevolgd door : ” waarom helpen de Belgen ons niet meer….als je dat moet uitleggen – en de waarheid vertellen – ben je uren zoet….

Wat ook opvalt, buitelandse media hebben nauwelijks of geen oog meer voor het geweld en de miserie hier…alsof het op den duur een “fait divers” geworden is, nochtans is het hier dagelijks “prijs”…

…maar anders is het hier best wel leuk hoor !

WAT EEN LAND !!!

Vive le Congo

zondag 16 oktober 2011

Apen....

Ze zijn groot, heel sterk….ze hebben haar over gans het lichaam en zijn heel lenig….ze leven groep in het woud en hebben voor 97 % hetzelfde DNA patroon als de mens…..
Juist, de berggorilla’s……
Enige tijd geleden besloten we met enkele collega’s deze dieren te gaan opzoeken. Men rijdt echter niet zomaar lukraak naar de gorilla’s.  Het kost je een aardige duit,  200 tot 400 USD, afhankelijk van het seizoen. In Rwanda zelfs 500 USD.  Je moet reserveren want zoals overal in dit rebellengebied heb je een gewapend escorte nodig, zowel om er naartoe te rijden als om in het woud rond de lopen.  Zodoende staat er ons in Kibati een gewapende parkwachter op te wachten met motor. Dus tot Kibati mag je het alleen af…vanaf daar is het “bandit country”…
Vanuit Goma ligt het woud niet al te ver …een goeie 60 km…maar zoals gewoonlijk, in Congo heb je daar toch wel een drietal uur voor nodig.  De rit is andermaal een aanslag op de rug en ingewanden.  We vertrekken bij het ochtendgloren en je passeert langs authentieke dorpjes waar de kinderen je proberen je hand of je arm raken als je met open raam rijdt.  Sommigen houden ook hun hand open, ’t is duidelijk dat ze niet echt komen voor hun plezier, het mag wat opbrengen.
Onderweg komen we al grote apen tegen maar de naam van de soort ontgaat me, familie van de bavianen denk ik…
Goed dooreengeschud kom je uiteindelijk aan op een plateau waar je je auto kan achterlaten. Je zit dan al diep in het “Parc National de Virunga’. Het park meet 7.800 km2 en loopt in Oost-Congo langs de grenzen met Rwanda en Oeganda. Dus ongeveer ¼ van de oppervlakte van België. Trouwens, nogal wat Belgen zijn betrokken bij het beheer van het park. Eén van die huidige Belgen daar heeft trouwens ook blauw bloed door de aderen lopen, Emmanuel de Merode.
 Het was ooit het eerste nationale park in Afrika en werd in 1925 opgericht onder impuls van Albert I, destijds “koning der Belgen”.  Het kreeg toen de naam – hoe kan het ook anders –  Albert Park. In 1975 werd het door de UNESCO geklasseerd als werelderfgoed.
Het park wordt “draaiende” gehouden door, behalve de hoge inkomprijzen, met donaties en steun van ondermeer de Europese Unie, Unesco ea. Naar men zegt zouden er ook nog tal van andere wilde dieren rondlopen maar we krijgen er echter geen te zien. Daar het een rebellengebied betreft en in het verleden er ook al tal van vluchtingenkampen waren is het niet uitgesloten dat een groot deel van die fauna reeds als maaltijd werd opgediend. Ook werd het park destijds geteisterd door stropers waarbij ondermeer in 2007 nagenoeg een ganse gorillafamilie werd uitgemoord. De handen werden afgekapt en werden ondermeer bewerkt tot… “asbakken”…jawel….
Bij het basiskamp krijgen we een korte briefing. We mogen tijdens de tocht geen eten uit onze rugzak halen, moeten een afstand van 5 tot 7 meter met de dieren respecteren, we moeten de flitsfunctie van ons fototoestel uitschakelen edm…  
We leren er dat ‘s morgens vroeg “pisteurs” het woud ingaan om de verschillende families te localiseren.  Men vertelt ons dat er in dit specifiek gebied achttien families leven waarvan men er een vijftal dagelijks probeert op te volgen. We worden uiteindelijk verdeeld in kleine groepjes van vijf toeristen.
Na een korte tocht door enkele velden stappen we uiteindelijk het woud binnen. Een parkwachter  met een machete maakt handig de weg voor ons vrij. Het woud is heel dicht begroeid, vochtig en warm…na een goed uur stappen treffen we een familie aan bestaande uit een vijftiental dieren, groot, klein, heel klein zelfs…sommige liggen lui op de grond, anderen laveren van boom tot boom, af en toe horen we het gekende getokkel maar de zilverrug laat zich voorlopig niet zien.
Tijdens de briefing werd gezegd dat de veilige afstand tussen mens en dier minimum zeven meter moet zijn…in praktijk komt daar weinig van terecht.  Door de dichte begroeing van het woud moet je wel dichter kunnen komen anders zie je niets.  Het is een prachtig schouwspel.  Ze zijn heel rustig en duidelijk gewoon om mensen te zien. Af en toe wordt er eentje zenuwachtig en schudt wat takken op en neer maar de parkwachters produceren dan een soort grommend geluid en quasi onmiddellijk worden de dieren weer rustig… We hebben al ons mondmasker opgezet want dat is verplicht…het is niet om jou te beschermen tegen de dieren maar om de dieren te behoeden voor menselijke ziektes… 97% het zelfde DNA…weet je wel…
Plots bevind ik mij op een dikke twee meter afstand van een jong mannetje…eerst kijkt hij mij geïnteresseerd aan maar algauw gaat hij verder met zijn “vegetarische” maaltijd.  De parkwachter vraagt me neer te zitten en zo bevind ik mij op ongeveer twee tot drie meter oog in oog met dit dier….  Het is eigenlijk een uniek moment, heel aangrijpend.  Na enkele minuten houdt hij het voor bekeken en voor ik er erg in heb verdwijnt hij lenig tussen het bladerdak. Ook de zilverrug laat zich heel even zien, als t ware om te tonen dat hij daar de baas is.. Andere collega’s overkomen hetzelfde.  Vrouwtjes met baby’s, jonge mannetjes, de ganse familie komt af en toe tevoorschijn. Er wordt volop gefotografeerd.
De gorilla’s verplaatsen zich geregeld enkele tientallen meter.  Wij doen hetzelfde en zo gaat het een uur aan een stuk door.  Nadien laten we de dieren verder met rust en na een stevige wandeling  komen we aan in het basiskamp…we hebben ondertussen grote honger en dorst en die behoefte wordt natuurlijk meteen bevredigd.  We hebben het nog uitgebreid over onze ervaringen. Het was inderdaad meer dan de moeite waard…
Dan de weg terug naar Goma, goed dooreengeschud komen we na een drietal uur weer thuis.
Weer een unieke ervaring rijker….
Groeten,
Patjeincongo.blogspot.com




zondag 11 september 2011

Les mamans

Je ziet ze ‘s morgens Goma of andere steden binnenwandelen, met bekwame spoed, kaarsrecht lopend met een grote schotel op hun hoofd, gevuld met kilo’s fruit en groeten, je vindt ze op iedere straathoek. Vijf bananen voor een halve dollar, vijf tomaten voor een halve dollar, vier mango’s voor….enz. 
Als je het waagt om je auto te pakeren krijg je nauwelijks de kans om uit te stappen, je auto wordt direct omsingeld want iedereen wil natuurlijk de producten kwijt voor het avond wordt. Iedereen drumt zich rond je en het is moeilijk om keuzes te maken want je kunt natuurlijk niet bij iedereen kopen.  Maar ze weten ook dat ze aan een “Muzungu” (blanke) iets meer kunnen verdienen.
Soms ontstaan er kort na de verkoop hevige discussies onderling… in het Swahili… inderdaad, jaloersheid is hier ook geen loos begrip…of is het overlevingsdrang ?  Ze blijven vaak tot de avond valt of tot de schotel leeg is…gans de dag in het opwaaiend stof en de zon. ’s Avonds zie je ze met gezwinde pas weer de stad uittrekken…vaak rest hen nog de huiselijke taken voor man en (meestal) veel kinderen.  Nog voor ze naar het centrum komen zie je ze zelfs heel vroeg hout sprokkelen om het vuur aan te maken dat nodig is om het avondeten te maken. Ze zijn minstens twaalf uur in de weer en dan beweren sommige mannen nog dat hun vrouwen niet echt werken…gehoord tijdens een stage…en de man meende het echt…volgens hun normen verdient de man het geld en de vrouw…die is er vooral om kinderen te produceren…vaak zes of meer…hoe al die mondjes telkens gevuld geraken, geen mens die het weet.
Vaak brengen we, tijdens onze opleidingen dit aspect aan om een discussie uit te lokken, maar er is geen zeggen aan…kinderen zijn een “richesse” volgens hen…als men dan zegt dat de landen met heel veel “richesse” meestal tot de armere landen behoren, dan kijken ze vreemd op, maar je krijgt hen niet overtuigd.  Het zit ingebakken in de cultuur, ook in het geloof….de koloniale sporen wellicht van nonkel pater en tante nonneke, want zieltjes winnen was destijds de opdracht!!! Geboortebeperking…het woord in de mond nemen alleen al, het was (en is) tegen alle regels in, vooral die van het Vaticaan..maar een eeuw later…zitten ze hier met de gebakken peren… die man in Rome, die ligt er allicht niet wakker van, overuigd van zijn grote gelijk.Maar ja, zo was het in Europa  toch ook minder dan een eeuw geleden….
Als je les “mamans” vraagt hoe ze het klaarspelen om iedereen te voeden, dan beweren ze gewoon dat ze zelf maaltijden overslaan om hun kinderen te kunnen eten geven…ofwel hebben ze in plaats van meerdere kledingsstukken, er slechts een paar.. zo proberen ze dat op te lossen.
Tijdens de laatste cursus was er een politievrouw aanwezig en die speelt het klaar om ongeveer ieder jaar zwanger te raken…bij haar man ontbreekt het blijkbaar niet aan viriliteit en ze durft niet te weigeren want dan vreest ze dat hij anders vreemd zal gaan… voorbehoedsmiddelen….nooit van gehoord, of het mag niet van de man, of hij wil niet vrijen met condoom.  Ze noemt “Odette”, ze is 28 jaar…ze was hoogzwanger en tijdens de cususweek is ze de donderdag bevallen van nummer zes….Een van de andere vrouwelijke cursisten kwam het heugelijke nieuws melden met de zin : “Odette a mis une fille au monde”. Op de wereld gezet..een hele mooie omschrijving voor deze heugelijke gebeurtenis…in dit deel van de wereld iemand op de wereld zetten, dat is wellicht nog het gemakelijkste…ervoor zorgen dat het kind deftig kan opgroeien, dat is een hele andere kwestie…

De man in het Vaticaan zou wellicht trots zijn op Odette  en haar man…

Het leven in Congo blijft een viceuze cirkel gekruid met “coutumes”… de kinderen worden moreel verplicht om te trouwen, vaak gearrangeerde huwelijken, want een vrouw die rond haar 25ste nog niet gehuwd is…daar is volgens hen iets mis mee, ofwel is ze ziek of wordt ze aanzien als een prostituée…een man die tegen zijn dertigste niet gehuwd is..die wordt beschouwd als een flierefluiter en iemand die zijn verantwoordelijkheid niet neemt…..voorwaar, sensibiliseren is hier DE uitdaging maar of dat ooit lukt….
Ik denk het niet al is er volgens de jongere generatie wel een evolutie te merken in de steden. Op het platteland en in de “brousse” daarentegen….ik weet het niet…

Je vraagt je natuurlijk af wat de mannen ondertussen doen…tja, in de steden en dorpen zie je ze overal rondhangen op iedere straathoek, druk discussiërend…dat wel…al zijn er nauurlijk ook heel veel die wat werken of klussen voor een habbekrats want vaak komt het daar op neer. En voor de rest, de blanken aanspreken om hen te overtuigen hoe hard het leven wel is..je kan hier iedere dag fortuinen weggeven….een bodemloze put…een uitzichtloze situatie.
Les mamans…ze verdienen alle respect want ze zijn de spil in het huishouden en werken zich nog iedere dag te pletter ook…ze houden - om een groot woord te gebruiken -de ”natie” recht zonder het wellicht te beseffen en veel erkenning krijgen ze er niet voor….
Les mamans..petje af…




zondag 21 augustus 2011

BUKAVU (Zuid – Kivu)

Ik vertrek naar BUKAVU voor week…er loopt daar een cursus bij de PNC (Police Nationale Congolaise) ondermeer inzake de wettelijke bescherming van vrouwen en kinderen tegen het seksueel en ander geweld, want dat zijn hier - en ook in veel andere landen - de kwetsbare figuren. De Congolese mannen hebben daar trouwens een aparte kijk op, heb ik al dikwijls gemerkt.
Ik vertrek bij het ochtendgloren naar de haven van Goma want de verplaatsing gebeurt via een ferry. Je kan ook overland rijden, maar de weg is zo slecht dat dit geen optie is. Je kan ook via Rwanda, maar dat is natuurlijk een hele omweg. Bukavu ligt op het zuidelijke punt van het Kivumeer, via de weg is het iets meer dan 100 km, qua tijd heb je er een dikke vijf uur voor nodig, vooropgesteld dat je niet op een bepaald punt komt waar het echt niet meer gaat om verder te rijden.
Met de boot  dus. De weg vanuit Goma centrum naar de haven is al even slecht als de andere wegen in de stad.  Je rijdt rond een heuvel langs een modderweg (of op andere momenten gewoon door het stof).  De haven, die een economische troef zou kunnen zijn voor de streek, is amper toegankelijk…  Door de hevige regenval van de afgelopen nacht zijn trouwens nog rotsblokken naar beneden gekomen ook….’t Zal de Congolezen wellicht worst wezen, ze zijn meer ongemakken gewoon.
Dan die ferry… er zijn verschillende maatschappijen die de verbinding met Bukavu verzorgen. Grote schepen, kleine schepen maar altijd oude schepen.Regelmatig gaat er één naar de kelder...overbevolkt, de meesten hebben slechts één motor, als die dan nog uitvalt... Begin dit jaar nog trouwens …20 doden geloof ik, ze spoelden aan in Goma na een tiental dagen.
Enige dagen geleden hoorde ik dat er onlangs een inspectie is gebeurd door een VN team.  Slechts één maatschappij heeft voorlopig een licentie gekregen, dan nog vooral om er twee buitenboordmotoren aanwezig zijn want binnenin is er amper comfort, dat zal trouwens rap blijken.
De ferry die ik ga nemen (die met licentie dus) valt onder de rederij  “Marinette Express”. Eigenlijk een sloep met twee Yamaha buitenboordmotoren en plaats voor 20 passagiers. De bagage wordt in het boegruim gestouwd, je mag slechts 10 kg bagage meenemen. Ik ben voor een week weg, dus dat lukt natuurlijk niet. 16 kg duidt de “bascuul” aan, lap, 6 kilo overwicht en meteen mag ik zes US dollar ophoesten….en ik ben nog niet eens vertrokken.  De overtocht, heen en terug kost trouwens 100 Us dollar. Als ik de andere passagiers bekijjk, dan hebben de meesten een “persoonlijk” overgewicht….veel meer dan 6 kilo, maar goed. 
Op de kade komen ondertussen allerhande verkopers opdagen.  Een andere - grotere -veerboot meert aan.  Zij hebben er een tocht van 10 uur opzetten maar niettemin wordt er fors muziek gemaakt, gezongen en gedanst aan boord, ’t is altijd feest in Congo als er muziek is. Groot en klein, jong en oud, iedereen wiegt mee op het aanstekelijke ritme.
We moeten met zijn allen nog even passeren bij de immigratiedienst…waarom is mij een raadsel, want in feite verlaten we nooit het Congolese grondgebied. Mijn paspoort wordt aandachtig bekeken en de gegegevens overgeschreven in een groot boek. Er worden volop vragen gesteld…van waar kom je (eigenlijk recht uit mijn bed,) wat doe je hier,waar werk je (wat doet dat ertoe, enfin !) enzovoort.  Het duurt even, ondertusen komt er een Congolees ongehinderd twee passen afgeven, de mijne gaat even aan de kant want bij die andere zit er een briefje van 500 Congolese Frank (zo’n halve dollar) tussengeplooid.  De passen worden met een ongekende Congolese ijver ingeschreven en teruggegeven. Er wordt nog even  druk gedaan, maar uiteidelijk doen ze toch voort met mijn registratie en met enige aarzeling (je begrijpt wel waarom) krijg ik mijn paspoort dan toch terug.
Dan mogen we aan boord, een steward/bootsman zegt ons waar we moeten zitten.   Het gewicht van de passagiers moet duidelijk verdeeld worden over het schuitje. Kwestie van stabiliteit allicht. De kapitein zit vooraan, net als een chauffeur van een kleine bus.  Allemaal samen, lekker gezellig.
De zetels zijn uiterst smal.  Enkele plaatstelijke corpulente dames en heren bezetten in feite bijna elk anderhalve stoel.  Iedereen wordt naar binnengestuurd, we zitten als haringen in een ton, handbagage tussen de benen.  Het middengangpad is verdwenen door al die brede lichamen…evacuatie bij een incident..amai, wil ik niet aan denken. Ik zit midscheeps en kan in ’t slechtste geval geen kant op. Over de rugleuningen hangen reddingsvesten...de vraag is hoe je die nog over je hoofd krijgt als je je nauwelijks kunt bewegen
Uiteindelijk wurmt iedereen zich in zijn zetel , de trossen worden losgegooid en weg zijn we.  Eens uit de haven varen we op volle kracht het Kivumeer op. Onze “Marinette” is namelijk een speedboot….Ik zit aan het raampje, dit om onderweg wat foto’s te kunnen nemen, maar jammer genoeg zit mijn raampje vast.  Even roep ik de steward maar die haalt zijn schouders op…ook al een veelgebruikt gebaar in Congo. Na enige tijd varen we tussen enkele mooie groene eilanden door…de overtocht duurt ongeveer iets meer dan 2 uur. 
Ongeveer halfweg varen we een kleine baai binnen. Enkele prauwen komen naast ons liggen. Er kan fruit en andere zaken gekocht worden.  Bovendien stappen er nog drie personen aan boord. Niet te doen alle zetels zijn nu niet alleen bezet, het zit gewoon tjokvol. Uiteindelijk vertrekken we weer, passeren we enkele idyllische locaties, idyllisch voor mij dan toch, ik denk niet dat de plaatselijke bewoners dit zo zien.
Blijkbaar zit er een gratis drankje en een broodje in de prijs inbegrepen want plots wordt er van van achter uit eten en drinken verdeeld. Ik heb ondertussen kennis gemaakt met de passagier naast mij.  Hij heet Theodore, komt uit Uvira en kijkt met grote ogen naar mijn fototoestel.
Ondertussen hebben we beiden een flesje cola bij de hand. Het duurt even voor de flessenopener van achteruit doorgegeven wordt, zo gaat dat want de steward geraakt toch niet door het gangpad. Theodore heeft blijkbaar grote dorst want hij doet onmiddellijk de capsule vakkundig met zijn tanden van de fles….hij kijkt mij even aan en vraagt of hij mijn fles ook moet openen…euh..ik heb vriendelijk bedankt en gezegd dat ik wel even zou wachten.
Een tijdje later varen we de “haven” van Bukavu binnen, overal groene heuvels, niet mis. Uiteindelijk meren we aan bij een houten staketsel. Allerlei handen willen mijn valies dragen…weer even langs de immigratiedienst maar de man heeft er vandaag duidelijk geen zin in. ’t is ook zondagvoormiddag….en ik zie er nu ook niet bepaald uit als een rebel.
Ik wordt opgewacht door Lolo, de chauffeur van de Duitse NGO die ons project financiert. Hij rijdt handig door het verkeer naar mijn hotel.  De wegen zijn – bij momenten-  beter dan in Goma…de lava is hier natuurlijk niet gespasseerd… verder dezelfde taferelen als in Goma, enorm veel  voetgangers overal, kleine winkeltjes, moto-taxi’s, auto’s  en veel geclaxoneer. Kortom, de gezellige Afrikaanse drukte.
Ik wordt ondergebracht in een hotel dat Ly Plamyde heet…overprijzig zoals alle hotels in Congo en wat gedateerd maar kom, “ ’t is er proper”. Ik wil even later een douche nemen, maar er is voorlopig geen stromend water.Ik neem dan maar een duikje in het zwembad. Heb prachtig zicht op het Kivu meer. 
Later blijkt dat het internet ook uitgevallen is. Ik krijg te horen dat het “morgen” in orde komt (ben ondertussen terug in Goma en het raakte toch maar niet in orde). Ook het gsm netwerk van onze provider is daar uitgevallen… 4 DAGEN….. kan je je dat hier voorstellen ????
Dat hotel…tja…een beetje de Afrikaanse versie van Fawlty Towers, maar wel aan de prijs van 120 USD per nacht…dure grap…enfin, de dienst betaalt, maar toch. Er zijn voor westerlingen slechts twee “aanvaardbare” hotels in Bukavu …en dat weten die Congolezen natuurlijk ook.



Vive le Congo
Tot later

zaterdag 2 juli 2011

PAUZE

Op een dag moet ik een Congolese collega François afhalen op de luchthaven van Goma. Hij werkt in het gerechtelijk labo in Kinshasa en gaat een opleiding geven aan zijn collega’s in Goma, want hier is er, net als in de rest van Congo, geen enkel gerechtelijk labo. Het vliegtuig is, naar Congolese normen,  redelijk op tijd: ongeveer driekwartier  vertraging…de moeite niet waard om over te spreken.
Ik sta in een ruimte die doorgaat als de aankomsthal.  Trouwens, aankomsthal en vertrekhal bevinden zich in één en dezelfde ruimte. Het is de kleinere versie van het luchthavengebouw in Kinshasa, maar dan van iets recentere datum. Verwacht geen elektronisch bord met al de vluchten erop vermeld zoals in de meeste landen, iedere vliegtuigmaatschappij heeft een bord met daarop, in krijt geschreven,  de aankomst/vertrekuren van hun vluchten.
Zoals overal in Congo wordt er veel over en weer gelopen en drukte verkocht. Hier is het niet anders. Terwijl ik sta te wachten, komen twee Afrikaanse vrouwen op mij afgestapt, behalve een fors overgewicht, dragen beide dames ook  een badge.  Ze vragen mij of ik op iemand wacht (alsof je voor je plezier in een dergelijk gebouw bent, maar ik begrijp hun bedoeling wel, ze willen allicht helpen…wellicht voor een kleine “tegemoetkoming” ), blijkt dat zij op de luchthaven werken.
 Ik zeg hen dat ik het alleen wel afkan en daarop gaan ze richting cafeteria, ze hebben hun pauze zeggen ze, misschien hoopten ze dat ik hen ondertussen zou trakteren…enfin, in Congo – en bij uitbreidng in heel Afrika - wordt zelden iets spontaan gedaan, alles heeft zijn bedoeling, dat heb ik ondertussen al lang begrepen.
Ik sta te wachten onder het bord “Arrivée”, er staat een politieman in het deurgat.  Hij verspert de weg voor al wie langs daar wil binnengaan, althans dat is wellicht de bedoeling. In de tijd dat ik daar sta te wachten, zie ik meer mensen langs daar naar binnen gaan, dan via de deur “Départ » enkele meters verder. Aanvankelijk laat hij niemand door, maar telkens ontstaat een discussie en uiteindelijk geraakt iedereen binnen, badge of geen badge. Soms zie ik vluchtig een opgeplooid bankbiljet overhandigd worden…veiligheid?
Taxichauffeurs komen zich nu ook in het deurgat wringen en willen naar binnen. Als zij de bagage van hun cliënt reeds van de band kunnen halen, dan levert hen dat misschien wat extra’s op en zo zijn ze ook de concurrentie te vlug af. Sommigen verspreiden naast een penetrante lijfgeur, ook nog duidelijke sporen van recent alcoholgebruik.
Op een bepaald ogenblik maken ze het te bont en een gezette man in een grijs kostuum, met veel gezag, maar met nog meer vetvlekken op zijn kledij, maant ze onmiddellijk aan te verdwijnen uit het deurgat. Ze gaan uiteindelijk twee meter achteruit, maar eens de man verdwenen is,  komen ze zich terug in het deurgat wringen.
Uiteindelijk landt het vliegtuig en dan is het hek helemaal van de dam, ook wachtende familieleden  wurmen zich nu door het deurgat en de veiligheidsagent laat het voor wat het is. Ondertussen zie ik mijn collega aanschuiven bij de paspoortcontrole. Niettegenstaande het een binnenlandse vlucht is, duurt de controle lang. Wellicht verwacht de beambte enige “tegemoetkoming” om alles wat vlotter te laten verlopen, enkele blanke passagiers ondergaan duidelijk hetzelfde lot…al neemt het bij hen zo mogelijk nog meer tijd inbeslag. Uiteindelijk raakt François tot bij mij, opgelucht en uiteindelijk met al zijn bagage.
In het weggaan passeren we de cafetaria, we zijn ondertussen  ongeveer een uur later, de twee Afrikaanse dames hebben blijkbaar nog steeds pauze. Ik zwaai hen nog even toe en - duidelijk teleurgesteld - krijg ik van hen een stil “au revoir” te horen.
Mijn auto staat op de parking, nog voor we  instappen komt een jonge Congolees aangelopen met een doek in de hand, en begint - ongevraagd natuurlijk – heftig de zijruit van mijn auto te kuisen. We stappen in en vertrekken onmiddellijk…de jongeman kijkt mij ongelovig aan, zoveel hulvaardigheid  en geen beloning…..hoe ondankbaar die Muzungu ( blanke).“Sociaal dienstbetoon”.… geloof me, je wordt er in Congo soms toch zo moe van…
Enkele dagen later breng ik François opnieuw naar de luchthaven…en ja hoor, één van de dames zit weer  in de cafeteria. Ze herkent mij en komt met een zwierige gang op mij afgestapt. Ze begroet mij hartelijk alsof we elkaar al jaren kennen en goede vrienden zijn. Ik begeleid François naar de zone “départ” en zwaai hem uit. Bij het naar buiten gaan? zit de dame nog steeds in de cafétaria. Ik zwaai beleefd en stap in mijn voertuig. De volgende keer vraag ik toch even naar haar functie in de luchthaven want dat blijft toch een mysterie….
Op de parking moet ik even wachten om te kunnen vertrekken want een peleton soldaten komt in looppas en luid zingend in tempo  mijn richting uitgelopen…en het leger in Congo….dat loop je best niet voor de voeten!
Groeten
Patje






maandag 6 juni 2011

NYIRAGONGO

Deze zeer actieve vulkaan, op ongeveer 16km van Goma, is gelegen in het nationale Park van Virunga. Hij is 3.470m hoog…een krater met een doorsnede van 1,2km, behoort tot de familie van de “stratovulkanen” en is gelegen langs de Afrikaanse riftvallei die loopt van Oost-Afrika tot Mozambique.

Recente grote uitbarstingen dateren van 1977 en 2002, tussendoor was er nog wat beperkte activiteit in 1982, ‘83 en ’94 en 2007. Bij de laatste grote uitbarsting (januari 2002)  vielen er ongeveer, naargelang de bron, tussen 50 en 200 slachtoffers, het overgrote deel van de bevolking was reeds vooraf geëvacueerd omdat men reeds enkele dagen voordien sterk verhoogde seismische activiteit had vastgesteld. De snelheid waarmee de lava toen van de berg kwam gerold benaderde de 100 km/h, de lava liep tot in het Kivu meer. Huizen werden bedolven onder 2 meter lava.. De lavastroom was op sommige plaatsen 200 tot 1000m breed en of dat nog niet erg genoeg was,  volgden er nadien nog diverse aardschokken die verdere schade hebben aangericht.

Thans is de vulkaan een toeristische trekpleister, niet dat er veel toeristen zijn in Congo, ik heb er alleszinds nog geen ontmoet. De “toeristen” die de vulkaan beklimmen maken deel uit van de NGO’s, VN, EUPOL, MONUSCO ea…Mensen die hun weekend nuttig willen besteden via deze tweedaagse trekking. Je raadt het al,  samen met enkele collega’s heb ik tijdens het weekend van 28-29 mei de vulkaan beklommen.

Het verzamelpunt bevindt zich in een dorpje, genaamd Kibati. Men zit dan al op een hoogte van een goede 2000 meter en dat is maar goed ook, zo zal later blijken…
Je maakt er kennis met de parkwachters die ons gaan vergezellen. Ze dragen elk een AK 47 (beter gekend als de “Kalashnikov”) met een aantal reserveladers. Het is een gebied op de grens met Rwanda waar vroeger nogal wat rebellen de plak zwaaiden…nu, met de hoeveelheid munitie die ze bij hebben kunnen we letterlijk "naar de oorlog", maar ik kan iedereen direct geruststellen, we zijn onderweg niemand tegengekomen...behalve onszelf!

Je krijgt de kans om een “drager” te huren, iemand uit het dorp die je rugzak wil dragen. Dit was best handig aangezien je nogal veel meesleurt, waaronder eten, veel drank, een slaapzak, warme kledij, regenkledij. 
Als je voor de berg staat, die vanuit alle hoeken van Goma te zien is, lijkt deze reusachtig (geloof me!), zodus besloot ik wijselijk om een drager (porteur) in te huren. Je betaalt daarvoor 24 USD. Sommigen willen dat bedrag niet betalen of wanen zichzelf sterk genoeg en tillen liever zelf hun rugzak. Ze zullen het zich dik beklagen!

Iemand van het agentschap bij wie de excursie werd geboekt, is aanwezig en hij neemt die 24USD ontvangst…en niet de drager…benieuwd hoeveel die man uiteindelijk in handen krijgt. Mijn drager heet Joseph, woont in Kibati en is van middelbare leeftijd al kan ik er echt geen leeftijd op plakken. Gezwind tilt hij mijn rugzak op, wij dragen stevige wandelschoenen of combat shoes, zij dragen rubberen laarzen.
Van onze dienst zijn we met vijf…een paar dertigers, een veertiger en ..euh..een vijftiger (ik dus), er komen ook wat leden van de VN, drie Indische blauwhelmen en een paar Amerikanen uit Kigali. Samen met de dragers en de parkrangers zijn we met ongeveer een 25-tal en na een korte briefing zijn we weg!

Al vlug blijkt dat het geen zondagse picknick wordt, het eerste gedeelte van het pad loopt door het bos en is niet al te steil, bovendien  is het lekker warm. Na een klein uur en een eerste rustpauze wordt er nog volop gepraat en gelachen…(’t zal rap veranderen)

Bij de tweede etappe is het opletten geblazen want de ondergrond van het pad wijzigt zich langzaam en gaat over in stukken rots, het wordt ook steiler, het is al wat meer puffen en blazen, maar we bereiken het tweede rustpunt (het is al heel wat stiller in de groep). Een Amerikaans koppeltje is al teruggekeerd, de man kon het tempo duidelijk niet aan. Een andere jonge Amerikaan - met ruim overgewicht - is de uitputting nabij maar zet door.  

We beginnen de derde etappe en de ondergrond bestaat nu uit losse en vastere keien, meestal lavastenen. Een echte aanslag op de onderste ledematen en een evenwichtsoefening. Het is zwoegen, niemand zegt nog een woord, het is duidelijk ieder voor zich…(ik stel mij meermaals de vraag : waar ben ik in godsnaam mee bezig...)

Bij het derde rustpunt blijkt dat de vermoeidheid bij de meesten al duidelijk heeft toegeslagen, we zijn nat van ’t zweet doch de temperatuur is reeds sterk gedaald waardoor een stevige  pull aangewezen is.

De vierde etappe is terug een mengeling van vaste ondergrond en kleine en grotere stukken losse lavastenen, maar dit keer wordt het een stuk steiler. Het hoogteverschil is ook reeds merkbaar... of is het de vermoeidheid? Allicht een combinatie van de twee. Vooral het allerlaatste stuk…als het ware een steile “trap” doet ons heel diep in onze reserves tasten. Dit stuk is misschien amper 150 meter hoog/lang, we zien de rand van de krater al en ook de huisjes waar we de nacht zullen doorbrengen. Ik  - maar ook de meeste anderen – moeten noodgedwongen regelmatig stoppen om onze ademhaling onder controle te krijgen. Mijn drager daarentegen wandelt gezwind de laatste helling op!

We zien alle kleuren van de regenboog, maar uiteindelijk bereiken we toch de kraterrand. Wolken hangen over de krater zodat we niks zien en al vlug wordt het ook donker en koud. Noodgedwongen trekken we ons terug in onze “cabane”, geen elektriciteit, geen water en ook geen verwarming uiteraard.  Na een goed uur komt men ons verwittigen dat de wolken zijn weggetrokken. We sleuren ons uit ons bed en kruipen naar de kraterrand, een fles wijn wordt gekraakt en beneden 200 meter diep zien we een fantastisch schouwspel in het lavameer…als een reusachtige pot spaghettisaus borrelend en pruttelend zien we de brandende lava.
Op een bepaalde plaats merken we een gedenksteen met een kruis en een wit lint. Het gerucht doet de ronde dat er ooit een Chinese vrouw in de krater is gevallen en uiteraard…we krijgen het verhaal, dat we ook al in Goma hadden gehoord, nergens bevestigd…is het een legende ?

Na een uurtje komt de mist terug opzetten en keren we noodgedwongen naar ons nachtverblijf terug…maar van slapen komt niet veel in huis. Door een toeval deel ik de “chalet” met de jonge Amerikaan, blijkt dat hij last heeft met zijn ademhaling en met nog zoveel meer, ook de zwavelgeur hindert hem...enfin we kletsen ons door het grootste gedeelte van de nacht.
  
’s Morgens omstreeks 6 uur worden we door onze begeleiders gewekt. Vertrek om 06.30u…enigszins geradbaakt van de gedane inspanningen van de dag voordien en door het gebrek aan nachtrust, kruipen we uit ons bed, een vlugge hap, een uitgedroogde en platgeduwde sandwich, een slok water, smaken doet het niet ..honger heb je ook niet echt….een kop koffie daarentegen zou..…, enfin, we verzamelen ons gerief (en onze moed) en geven onze rugzak terug aan de drager.

Was de tocht naar boven “grensverleggend”, dan moet de afdaling er zeker niet voor onderdoen…hetzelfde pad, dezelfde losse en vaste stenen…aanvankelijk ook de kou….het doet ons allemaal afzien en we zijn al heel blij als we opnieuw tussen de vegetatie terecht komen. Ondertussen hebben onze voeten te lijden, niemand zegt nog iets. Alleen de dragers praten luidop tegen elkaar..en de “toeristen”…die zien af, de ene al meer dan de andere, maar de tocht naar beneden is niet zonder gevaar door de onstabiele ondergrond. We krijgen het allemaal opnieuw onder onze voeten geschoven, maar er zit niets anders op dan naar beneden te gaan, glijden, strompelen….Het laatste uur loop ik op “automatische piloot”, net zoals enkele anderen. Mijn drager volgt mij op de voet. Uiteindelijk bereiken de meesten het eindpunt na bijna vier uur. Eénmaal beneden ontdoe ik mij van mijn bottines en al vlug blijkt dat ik een veelvoud van “blaren” heb opgelopen.

Iedereen bereikt min of meer zonder kleerscheuren het eindpunt. Eens terug op mijn logement weet ik een goeie douche te waarderen als nooit  tevoren…voetverzorging dringt zich op…maar het is de moeite geweest, uiteraard het spektakel in de krater, de fantastische vergezichten onderweg….(al ontging mij dat grotendeels tijdens de afdaling) en de tevredenheid dat je ondanks al het afgezien niettemin hebt doorgezet. Mijn beenspieren en mijn voeten zullen evenwel nog een tweetal dagen hevig protesteren, een blauwe teennagel….grensverleggend…ja, dat was het zeker...in meerdere  opzichten…

Groeten uit Goma
Onze begeleiding

Mijn rugzakdager Joseph



zondag 22 mei 2011

DJAMBO (goeiedag) GOMA

Na een week van meerdere opleidingen in Kinshasa mag ik op maandag 16 mei 2011 vertrekken naar Goma, mijn voorziene bestemming in Oost-Congo, land van Hutu’s en Tutsi’s en nog zoveel meer…

Er zijn maar twee betrouwbare maatschappijen waarmee we mogen vliegen, de VN en ECOFLIGHT, een maatschappij die vliegt voor de EU.
De maandagmorgen…dat wordt dan de VN vlucht…om 5.30u opgehaald op logement, naar de luchthaven (ja, langs diezelfde hobbelbaan als een week voordien) waar ik op een afgeschermde zone kan inchecken…evenwel, de EU is geen bevoorrechte partner van de VN, dus zij geven voorrang aan hun eigen mensen, zelfs indien je al een ticket hebt. In het verleden hebben meerdere collega’s al ondervonden dat ze net voor het vertrek te horen kregen dat ze niet meer meekonden en zich de volgende dag opnieuw moesten melden..stel je voor !

Ik met een klein hartje naar de incheckbalie…lekker aanschuiven…daarna nog wat taksen betalen, maar de bagage gaat alvast door. Vervolgens kom ik met mijn biljet bij een Congolese medewerkster terecht  Zij bestudeert mij en mijn ticket…ze ziet dat ik vlieg voor de rekening van de EU (EUPOL) en onmiddellijk gaat zij in het Lingala in discussie met een ander personeelslid…..ik knijp mijn billen al dicht…toon nog even mijn meest meelijwekkende blik, maar kordaat word ik naar de wachtkamer verwezen…ondertussen komen andere passagiers ook binnen, een allegaartje van burgers en militairen uit India, Pakistan, Zuid-Afrika, Uruguay… De sfeer is goed!

De vlucht is voorzien voor 08.20u. Een rechtstreekse vlucht naar Goma duurt normaal een goeie drie uur…maar we vliegen blijkbaar via Kisangani en Kindu naar Goma, aankomst voorzien rond 16.00u…
Uiteindelijk, na goed anderhalf uur wachten, kunnen we incheken…ik schuif voorzichtig aan…geef mijn boarding kaart af....niemand houdt mij tegen en we worden naar een busje geleid dat ons via de tarmac naar het vliegtuig zal brengen.

Dat vliegtuig(je) dan….een Antovonv 24 van Russische makelij met twee propellers…als dat maar goed komt. De kenners onder jullie weten allicht waar die “24”  voor staat.  Anderen zouden misschien kunnen vermoeden dat dit het bouwjaar is….niet dus…alhoewel…het interieur verwijst duidelijk naar een ver Russisch verleden..de binnenfuselage zit wat los rond de vensters..maar ik ben allicht een zeurkous…De ongeveer 30 passagiers duwen zichzelf in hun stoelen. Er is geen plaats voorzien voor de handbagage, dus alles tussen de benen of op de schoot…nog even wat veiligheidsrichtlijnen en een demonstratie van een vooroorlogs zuurstofmasker en weg zijn we…

Tijdens de vlucht naar Kisangani is er op een bepaald ogenbllik serieus wat turbulentie…hier en daar worden de gekende papieren zakjes al bovengehaald, een vrouw is volledig van de kaart….maar uiteindelijk valt alles nog mee en na twee stops wordt er uiteindelijk rond 17.45u geland op de luchthaven van Goma...de collega’s Benoït en Runo staan me al op te wachten…het vervolg van mijn avontuur wenkt.. :)


Op de foto met Runo, mijn Zweedse collega die volgende week naar huis terugkeert.
 

woensdag 11 mei 2011

N'DJILI

De aankomst in Congo was er een om niet te vergeten :-)! De luchthaven van Kinshasa…N’Djili…daar waar de sterre al lang geleden bleef stille staan…vervallen..vervuild…allicht nog gebouwd door de Belgen decennia geleden en nooit meer aangepast, aanschuiven bij de immigratiediensten..en met aanschuiven bedoel ik ook aanschuiven…dan uw vaccinatie attest tonen aan iemand die een witte (!?) schort draagt…uiteindelijk via een smalle deur naar een veel te korte transportband waar de valiezen moeten toekomen…280 passagiers…drukte, chaos…broeierig heet…airco wellicht al lang defect, zogenaamde “kruiers” die zich tussen de massa wringen…en die dan vervolgens (al dan niet) hardhandig buitengezet worden door mannen in allerlei uniformen, helblauwe, lichtblauwe, militair.

Ondertussen wachten op de bagage, om de vijf minuten komen er telkens een stuk of tien aangerold. Uiteindelijk komen onze valiezen de laatste te voorschijn. Nog een geluk dat ze er in Zaventem een “priority” label aan gehangen hadden…anders… :-)
Dan de rit van de luchthaven naar mijn verblijf...via de hoofdbaan (?!) richting Kinshasa…de meest landelijke wegel in België biedt wellicht nog meer comfort dan deze baan.  Gigantische putten …en dat het verkeer…sommigen rijden rechts, anderen ook links, sommigen in het midden, andere tegen de rijrichting, met of zonder lichten aan, slalommend rond de putten…straatverlichting ontbreekt al helemaal….

Maar de aankomst in de B&B maakte direct veel goed!

Vive le Congo :-)!