Ik vertrek naar BUKAVU voor week…er loopt daar een cursus bij de PNC (Police Nationale Congolaise) ondermeer inzake de wettelijke bescherming van vrouwen en kinderen tegen het seksueel en ander geweld, want dat zijn hier - en ook in veel andere landen - de kwetsbare figuren. De Congolese mannen hebben daar trouwens een aparte kijk op, heb ik al dikwijls gemerkt.
Ik vertrek bij het ochtendgloren naar de haven van Goma want de verplaatsing gebeurt via een ferry. Je kan ook overland rijden, maar de weg is zo slecht dat dit geen optie is. Je kan ook via Rwanda, maar dat is natuurlijk een hele omweg. Bukavu ligt op het zuidelijke punt van het Kivumeer, via de weg is het iets meer dan 100 km, qua tijd heb je er een dikke vijf uur voor nodig, vooropgesteld dat je niet op een bepaald punt komt waar het echt niet meer gaat om verder te rijden.
Met de boot dus. De weg vanuit Goma centrum naar de haven is al even slecht als de andere wegen in de stad. Je rijdt rond een heuvel langs een modderweg (of op andere momenten gewoon door het stof). De haven, die een economische troef zou kunnen zijn voor de streek, is amper toegankelijk… Door de hevige regenval van de afgelopen nacht zijn trouwens nog rotsblokken naar beneden gekomen ook….’t Zal de Congolezen wellicht worst wezen, ze zijn meer ongemakken gewoon.
Dan die ferry… er zijn verschillende maatschappijen die de verbinding met Bukavu verzorgen. Grote schepen, kleine schepen maar altijd oude schepen.Regelmatig gaat er één naar de kelder...overbevolkt, de meesten hebben slechts één motor, als die dan nog uitvalt... Begin dit jaar nog trouwens …20 doden geloof ik, ze spoelden aan in Goma na een tiental dagen.
Enige dagen geleden hoorde ik dat er onlangs een inspectie is gebeurd door een VN team. Slechts één maatschappij heeft voorlopig een licentie gekregen, dan nog vooral om er twee buitenboordmotoren aanwezig zijn want binnenin is er amper comfort, dat zal trouwens rap blijken.
De ferry die ik ga nemen (die met licentie dus) valt onder de rederij “Marinette Express”. Eigenlijk een sloep met twee Yamaha buitenboordmotoren en plaats voor 20 passagiers. De bagage wordt in het boegruim gestouwd, je mag slechts 10 kg bagage meenemen. Ik ben voor een week weg, dus dat lukt natuurlijk niet. 16 kg duidt de “bascuul” aan, lap, 6 kilo overwicht en meteen mag ik zes US dollar ophoesten….en ik ben nog niet eens vertrokken. De overtocht, heen en terug kost trouwens 100 Us dollar. Als ik de andere passagiers bekijjk, dan hebben de meesten een “persoonlijk” overgewicht….veel meer dan 6 kilo, maar goed.
Op de kade komen ondertussen allerhande verkopers opdagen. Een andere - grotere -veerboot meert aan. Zij hebben er een tocht van 10 uur opzetten maar niettemin wordt er fors muziek gemaakt, gezongen en gedanst aan boord, ’t is altijd feest in Congo als er muziek is. Groot en klein, jong en oud, iedereen wiegt mee op het aanstekelijke ritme.
We moeten met zijn allen nog even passeren bij de immigratiedienst…waarom is mij een raadsel, want in feite verlaten we nooit het Congolese grondgebied. Mijn paspoort wordt aandachtig bekeken en de gegegevens overgeschreven in een groot boek. Er worden volop vragen gesteld…van waar kom je (eigenlijk recht uit mijn bed,) wat doe je hier,waar werk je (wat doet dat ertoe, enfin !) enzovoort. Het duurt even, ondertusen komt er een Congolees ongehinderd twee passen afgeven, de mijne gaat even aan de kant want bij die andere zit er een briefje van 500 Congolese Frank (zo’n halve dollar) tussengeplooid. De passen worden met een ongekende Congolese ijver ingeschreven en teruggegeven. Er wordt nog even druk gedaan, maar uiteidelijk doen ze toch voort met mijn registratie en met enige aarzeling (je begrijpt wel waarom) krijg ik mijn paspoort dan toch terug.
Dan mogen we aan boord, een steward/bootsman zegt ons waar we moeten zitten. Het gewicht van de passagiers moet duidelijk verdeeld worden over het schuitje. Kwestie van stabiliteit allicht. De kapitein zit vooraan, net als een chauffeur van een kleine bus. Allemaal samen, lekker gezellig.
De zetels zijn uiterst smal. Enkele plaatstelijke corpulente dames en heren bezetten in feite bijna elk anderhalve stoel. Iedereen wordt naar binnengestuurd, we zitten als haringen in een ton, handbagage tussen de benen. Het middengangpad is verdwenen door al die brede lichamen…evacuatie bij een incident..amai, wil ik niet aan denken. Ik zit midscheeps en kan in ’t slechtste geval geen kant op. Over de rugleuningen hangen reddingsvesten...de vraag is hoe je die nog over je hoofd krijgt als je je nauwelijks kunt bewegen
Uiteindelijk wurmt iedereen zich in zijn zetel , de trossen worden losgegooid en weg zijn we. Eens uit de haven varen we op volle kracht het Kivumeer op. Onze “Marinette” is namelijk een speedboot….Ik zit aan het raampje, dit om onderweg wat foto’s te kunnen nemen, maar jammer genoeg zit mijn raampje vast. Even roep ik de steward maar die haalt zijn schouders op…ook al een veelgebruikt gebaar in Congo. Na enige tijd varen we tussen enkele mooie groene eilanden door…de overtocht duurt ongeveer iets meer dan 2 uur.
Ongeveer halfweg varen we een kleine baai binnen. Enkele prauwen komen naast ons liggen. Er kan fruit en andere zaken gekocht worden. Bovendien stappen er nog drie personen aan boord. Niet te doen alle zetels zijn nu niet alleen bezet, het zit gewoon tjokvol. Uiteindelijk vertrekken we weer, passeren we enkele idyllische locaties, idyllisch voor mij dan toch, ik denk niet dat de plaatselijke bewoners dit zo zien.
Blijkbaar zit er een gratis drankje en een broodje in de prijs inbegrepen want plots wordt er van van achter uit eten en drinken verdeeld. Ik heb ondertussen kennis gemaakt met de passagier naast mij. Hij heet Theodore, komt uit Uvira en kijkt met grote ogen naar mijn fototoestel.
Ondertussen hebben we beiden een flesje cola bij de hand. Het duurt even voor de flessenopener van achteruit doorgegeven wordt, zo gaat dat want de steward geraakt toch niet door het gangpad. Theodore heeft blijkbaar grote dorst want hij doet onmiddellijk de capsule vakkundig met zijn tanden van de fles….hij kijkt mij even aan en vraagt of hij mijn fles ook moet openen…euh..ik heb vriendelijk bedankt en gezegd dat ik wel even zou wachten.
Een tijdje later varen we de “haven” van Bukavu binnen, overal groene heuvels, niet mis. Uiteindelijk meren we aan bij een houten staketsel. Allerlei handen willen mijn valies dragen…weer even langs de immigratiedienst maar de man heeft er vandaag duidelijk geen zin in. ’t is ook zondagvoormiddag….en ik zie er nu ook niet bepaald uit als een rebel.
Ik wordt opgewacht door Lolo, de chauffeur van de Duitse NGO die ons project financiert. Hij rijdt handig door het verkeer naar mijn hotel. De wegen zijn – bij momenten- beter dan in Goma…de lava is hier natuurlijk niet gespasseerd… verder dezelfde taferelen als in Goma, enorm veel voetgangers overal, kleine winkeltjes, moto-taxi’s, auto’s en veel geclaxoneer. Kortom, de gezellige Afrikaanse drukte.
Ik wordt ondergebracht in een hotel dat Ly Plamyde heet…overprijzig zoals alle hotels in Congo en wat gedateerd maar kom, “ ’t is er proper”. Ik wil even later een douche nemen, maar er is voorlopig geen stromend water.Ik neem dan maar een duikje in het zwembad. Heb prachtig zicht op het Kivu meer.
Later blijkt dat het internet ook uitgevallen is. Ik krijg te horen dat het “morgen” in orde komt (ben ondertussen terug in Goma en het raakte toch maar niet in orde). Ook het gsm netwerk van onze provider is daar uitgevallen… 4 DAGEN….. kan je je dat hier voorstellen ????
Dat hotel…tja…een beetje de Afrikaanse versie van Fawlty Towers, maar wel aan de prijs van 120 USD per nacht…dure grap…enfin, de dienst betaalt, maar toch. Er zijn voor westerlingen slechts twee “aanvaardbare” hotels in Bukavu …en dat weten die Congolezen natuurlijk ook.
Vive le Congo
Tot later
en zo leert een mens andere culturen kennen.
BeantwoordenVerwijderenHeb de indruk dat de spoorwegen hun monopolie kwijt zijn als ze zeggen dat "met de trein rijden, altijd een beetje reizen" is. Voortaan is in Africa leven en werken evenzeer "een beetje reizen".
Veel succes en werkvreugde toegewenst!
Cl. T.